Business viewpoint

Doel: Inzicht geven in de te realiseren businessprocessen en functies door de onderliggende applicaties en technologie. Verplicht: Afhankelijk van de omvang kan deze gecombineerd worden met de applicatieview en technologieview in een overzichtsview. Als een aparte business view vereist is deze altijd van detail niveau 2 (zie 5.6 voor meer informatie over de niveau’s).

Diagram in standaardweergave

Actor

Naamgevingconventie: Gebruik Zelfstandig naamwoord bijvoorbeeld Rijksmedewerker, Bedrijf, Burger. Vermijd Gebruiker, systeem


Details van Actor

Bedrijfsproces

Naamgevingsconventie Gebruik: Werkwoord in de gebiedende wijs gevolgd door een zelfstandig naamwoord (enkelvoud), bijvoorbeeld: Controleer order, maak offerte, Meldt storing. Vermijd Beheer, verwerk, registreer ……


Details van Bedrijfsproces

BusinessObject

Naamgevingsconventie Gebruik: Zelfstandig naamwoord in het enkelvoud. Bijvoorbeeld: Factuur, polis, Storingsmelding Logische naam. Vermijd technische namen.


Details van BusinessObject

Business Service

Naamgevingsconventie Gebruik: Zelfstandig naamwoord. Bijvoorbeeld: Samenwerking, Berichtuitwisseling Extra: Naam uit de PDC (ing-vorm).


Details van Business Service

Application Service

Naamgevingsconventie Gebruik: Zelfstandig naamwoord. Bijvoorbeeld: Transactieverwerking,


Details van Application Service

Bedrijfsfunctie

Business Interface

Naamgevingsconventie Gebruik: Zelfstandig naamwoord. Bijvoorbeeld: Loket, telefoon, e-mail, formulier en internet


Details van Business Interface